De heer Arnold Sluis is veertig jaar lang bedrijfsleider geweest in een nogal exclusief damesmodehuis in de stad maar woont, sinds hij gepensioneerd is, weer in zijn geboortedorp dat er een kilometer of twintig vandaan ligt.
Iedereen kent Arnold Sluis. Hij is een magere, gedistingeerde heer met grijs haar en een grijze snor die aan de punten iets opkrult. Hij draagt altijd een wat ouderwets kostuum en heeft een sneehoed op het hoofd die hij tijdens zijn wandelingetjes door het dorp met een kleine knik afneemt wanneer hij een dame tegenkomt. Kortom, iemand uit vroeger tijd.
Zijn familie was in een ver verleden nogal deftig en hij koestert nog altijd de stijl van leven die hij zelf al niet meer heeft meegemaakt. In het dorp noemen ze hem wel "de geknakte lelie".
Het huisje dat hij bewoont, ergens aan een weggetje achteraf, ziet er van binnen even proper uit als van buiten want, al is hij vrijgezel, Arnold Sluis verzorgt zijn huishouden tot in de puntjes.
In zijn jonge jaren is hij één keer verloofd geweest - met een meisje dat iedere dag bij hem in de bus zat. Hun verhouding heeft ongeveer twee jaar geduurd en juist toen iedereen dacht dat ze nu wel snel zouden gaan trouwen maakte hij er op nogal zonderlinge wijze een einde aan.
Op een ochtend stapte hij de bazar van tante Jaantje binnen en vroeg om een postzegel. Uit zijn binnenzak haalde hij een brief.
"Weet U aan wie ik deze brief geschreven heb?", vroeg hij plechtig "Aan Anna! Ik maak het uit! Ze heeft een nieuwe mantel gekocht, niet bij ons in de zaak maar bij Karel van Rees! Met zo'n iemand kan ik niet door het leven. Ik maak het uit!"
Hij plakte de postzegel met een definitief gebaar op de enveloppe en deed de brief buiten op de bus.
Niet lang daarna is hij in de stad gaan wonen.
Hij heeft veertig jaar lang in dezelfde zaak gewerkt, tot ieders tevredenheid, de klanten waren erg op hem gesteld, maar hij is nooit meer verloofd geweest.
|